Catalogus 2023

T . 0297-288660 W . www.gerrijn.nl E . info@gerrijn.nl Bruto prijzen zie internet 11.3 1 1 Waterkerende materialen, injectieslang Montage en injectie: 1 . Oppervlak voor het leggen van de injectieslang van losse vervuilingen ontdoen. Te grote oneffenheden, bijv. holle plekken, vakkundig en vormvast egaliseren. 2 . Injectiesegmenten plannen, maximale lengte incl. injectiemodules ≤ 15 m, slang met een geschikt snijgereedschap inkorten. Bij gebruik van de injectieslang rood moet vóór het inkorten de omvlechting met een filament tape worden afgeplakt, om uiteenvallen van het textiel te verhinderen. Voor het inkorten wordt dan in het midden op de filament tape gesneden. 3 . De slang kan met bevestigingsclips worden bevestigd, die in het verse beton worden gestoken. De slang wordt na het uitharden van het beton eronder geklemd. De bevestiging op een vast oppervlak kan m.b.v. metalen klemmen of bevestigingsnetten plaatsvinden, die met nagels worden bevestigd. De afstand tussen de bevestigingsclips of metalen klemmen mag niet meer dan 15 cm bedragen. Zodoende is gewaarborgd dat de slang een doorlopend contact heeft met de werkvoeg. De slang mag nergens beginnen te drijven of hol liggen. 4 . De afstand van omringende wapeningsstaven moet min. 5 cm bedragen. Er moet min. 10 cm afstand van de rand worden gehouden. De minimale buigradius bedraagt 5 cm. 5 . Op elkaar volgende injectiekringen moeten elkaar minimaal 10 cm overlappen, zodat een doorlopende injectie van de voeg is gewaarborgd. De afstand tussen parallel naast elkaar lopende injectieslangen moet minimaal 5 cm bedragen. Anders kan het gebeuren dat bij het injecteren van een slang de andere ook wordt gevuld en vervolgens zelf niet meer kan worden geïnjecteerd. 6 . De injectieslang kan ofwel direct op onze bevestigingspackers, die op de bekisting worden gemonteerd, worden aangesloten of via injectiemodules in een beschermdoos worden geleid. De aansluiting moet indien mogelijk in een rechte hoek t.o.v. de wand plaats vinden. De beschermdozen of bevestigingspackers moeten zodanig worden aangebracht dat ze later op elk moment zonder problemen bereikbaar zijn. 7 . De overgang tussen injectieslang en injectiemodule gebeurt m.b.v. een slangverbinder. Deze slangverbinder moet in het beton zijn ingebetonneerd, om de injectieslang later vakkundig te kunnen injecteren. 8 . Bij de overgang van de vloer naar een wand moet de injectieslang tot direct in de voeghoek worden geleid en via een lus naar boven worden geleid. 9 . Bij elkaar, op een afstand ≤ 5 cm, kruisende injectieslangen moet een van de injectieslangen in het bereik van de kruising over een lengte van 8-10 cm met plakband worden omwikkeld. Dit voorkomt abusievelijk injecteren van de andere injectieslang. 10 . Na het uitharden van het beton, op zijn vroegst 28 dagen nar de betonnering, kan de voeg via de bevestigingspackers of injectie modules in de beschermdoos worden geïnjecteerd. Terug naar inhoud

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE4ODQ=